De uitdagende racepiste in de Duitse Eifel is absoluut de meest favoriete baan van de Nederlandse coureur. Naast de uitdagingen van de 25.378 kilometer lange baan met zijn 64 totaal verschillende bochten, spelen de (vaak natte) weersomstandigheden, laaghangende mist en van de baan geraakte coureurs allemaal een rol. Tom, die met succes in de Kondo Nissan GT-R Nismo GT3 ook aan de 24 uurs race deelnam, verzekerde zich met de Cupra uiteindelijk van een 18e startplek voor de eerste race. Die werd op vrijdag verreden en leverde hem een 13e finishplaats op. De tweede race begon hij vanaf een twaalfde plaats, kende een hectische start en eindigde voor hem met een tiende plaats. In de afsluitende en derde race kwam Tom Coronel als zesde onder het zwart-wit geblokt door. |
“Dit was zondermeer een heftig weekend, met eerst de drie races in het FIA WTCR en vervolgens nog een 24 uursrace in de Nissan”, opent Tom Coronel lachend. “Maar ik klaag niet hoor, want dit is en blijft voor mij het allermooiste circuit, waar je als coureur op kunt rijden. Het betekende wel, dat het donderdag enorm druk was, met de trainingen voor beide klassen. Verder veranderde het weer ook nog enkele malen. Waardoor het in de Cupra echt superlastig werd, toen in mijn snelle ronde, de ruitenwissers het niet deden. Dan baal je en moet je de pits in. Alleen duurt zo’n ronde wel meer dan negen minuten. We hebben het stuur gewisseld en daarmee bleek het probleem opgelost. Tijdens de kwalificatie voor de tweede en derde race was de baan half nat, halfdroog. En door de afmeting van de baan is het dan op het ene deel droog en kom je achterin kan het stevig regenen. Kortom een lastige situatie, waarbij ik koos voor slicks voor en regenbanden achter. Dat ging op zich goed, maar er was ook nog sprake van een slow-zone, waarbij je maar 60 km/uur mag rijden. Ik weet hoe streng ze daar hier op zijn en heb mij in ieder geval daar netjes aan gehouden. Verder bleken de mannen die volledig op slicks stonden uiteindelijk een fractie sneller. Voor mij zat er niet meer in dan een twaalfde startplaats. Bij het naar de start rijden voor de eerste race voelde ik dat er iets met het achterste wiellager was. Een probleem dat we niet snel konden oplossen en waarmee ik van start ben gegaan. In de laatste ronde brak het wiel af en daarna leek het wel of ik op een waterbed reed. Gelukkig was mijn voorsprong op de rest groot genoeg en verloor ik geen plaatsen meer. De tweede race verliep echt super. Ik kwam goed mee, met mooie acties. Vanuit een prachtige slipstream wist ik de winnaar van de eerste race, Norbert Michelisz, zelfs in te halen. Kort voor de finish wilde ik dat nog een keer delen met het team, maar in plaats van de button voor het teamcontact op mijn stuur in te duwen, drukte ik op de ‘full course yellow’ knop. Daarmee verlaagde de auto de snelheid direct naar 80 km/uur en werd ik met hetzelfde gemak weer door de anderen ingehaald. Stom natuurlijk en jammer, want het werd nu een tiende plaats. Maar alles klopte en dat gaf vertrouwen voor de derde race, die voor mij begon in een sandwich tussen Farfus en Monteiro. Gelukkig bleef ik zonder schade en kon alsnog aan de race beginnen. Eerst een paar man ingehaald en vervolgens in de slotronde ook mijn teamgenoot en daarmee een zesde plaats gepakt. Mijn beste resultaat in het FIA WTCR. Het geeft aan dat we er steeds dichterbij komen en ook hoger eindigen. De volgende race is op Villa Real. Een stratencircuit, waar ik in 2016 een FIA WTCC overwinning boekte, maar het jaar erna ook dat vermaarde incident met de brandweerauto had. Laten we hopen dat we dit jaar daar weer eens ouderwets kunnen vlammen. Het gevoel is in ieder geval goed!” |
Bronn: Tom Coronel