Van Berlo rijd wedstrijd tegen straffen

Het team van Marcel van Berlo en Bob Herber namen afgelopen zaterdag dele aan de Final 4, de laatste wedstrijd van het Winter Endurance Kampioenschap op Circuit Park Zandvoort. De kwalificatie en race worden op dezelfde dag verreden. In de ochtend werd er begonnen aan een kwalificatie training op een vochtige baan. De regen had de baan op sommige plekken goed nat gemaakt en daardoor was het soms glibberen en glijden met de sterke Porsche. Toch kwamen Bob en Marcel tot een nette vijfde tijd op ruim 4 seconden van de pole position.

Na de regen in de vroege morgen, zou het later op de dag wederom gaan regenen volgens de voorspellingen, echter bleef de regen uit en droogde de baan sneller op dan gedacht. Het team koos er toch voor om op regenbanden van start te gaan, iets dat later bleek, een slechte keus was. Na een kleine 10 minuten ontstond er een goede droge lijn en waren de regenbanden in het nadeel. Na een half uurtje koos het team ervoor om de regenbanden te wisselen voor slicks. Tijdens de extra pitsstop werden de rijders niet gewisseld, dat scheelde tijd. Later in de race moest er daardoor wel een extra pitsstop gemaakt worden.

Net na de grens van het eerste was er een ‘code 60’. In een dergelijke situatie moeten alle rijders een gemiddelde snelheid rijden van 60km/h over een hele ronde gemeten. Op het moment van een ‘code 60’ is er iets op de baan gebeurt, waardoor er veiligheidsdiensten op de baan aan het werk zijn. Op dat moment zat Marcel van Berlo wederom in de auto, hij kon het spoor van de voorgangers (vader en zoon Hart) goed volgen. Tijdens de neutralisatie had Marcel iets te hard gereden, hetgeen resulteerde in een tijdstraf van 12 seconden. Uiteindelijk bleek het team maar liefst 5 maal te snel gereden te hebben en kregen zij een volle minuut aan de broek.

“Uiteindelijk hebben we ons eerst doel bereikt, uitrijden en lol hebben, dat laatste is voor ons toch altijd nog het belangrijkste” volgens Marcel van Berlo.

Bron: J. van Kessel

Foto’s: J. van Kessel en A. Voorberg