In de zevende etappe van de Dakar Rally voelde Jasper Riezebos goed het verschil tussen rijden op de motor of met de truck. Een motorrijder kan slalommend tussen struikjes en bulten kamelengras door, een truck gaat er dwars overheen. “In de truck krijg je veel meer klappen. Op de motor kun je het makkelijk opvangen, in de truck doet het veel meer zeer”, merkte de navigator van de Rainbow-truck.
Polletjes kamelengras, rivierbeddingen, gaten, kuilen: de MAN hotseknotste door de 370 kilometer lange special van de etappe tussen La Paz en Uyuni. Dat in combinatie met de vele modder die door de regen was ontstaan, maakte het toch wel een pittige dag. “Het was snel, maar spekglad”, vertelt Jasper Riezebos in Uyuni. “Dan ga je glijden en slingeren. Af en toe zijn we maar van het pad af gegaan om door de landerijen heen om de watergaten heen te rijden.”
Qua navigatie was er niet veel aan: simpelweg de paden volgen was voldoende. “Op één stuk van 23 kilometer was de enige aanwijzing in het roadbook: volg het pad. Verder moest ik af en toe wat uitroeptekens doorgeven en links of rechts roepen.”
De MAN doorstond het hotseknotsen prima. De probleempjes van de afgelopen week lijken helemaal te zijn opgelost. Het enige wat de Rainbow-mannen in het marathonbivak – tussen etappe 7 en 8 staan de race-deelnemers in een bivak waar geen assistentie of service is toegestaan – moesten doen was de ramen zemen (“Want we zien geen steek meer door de modder”) en de koelkast leegkiepen. Door de hoogte waren de flesjes drinken die ze bij zich hadden geknapt en stond het koelkastje aan boord vol water.
Het tweede deel van de marathonetappe is ook weer op hoogte. In de rit naar Tupiza wordt de 4500 meter bereikt. Het wordt een lange dag, van 560 kilometer met een proef van 381 kilometer.
Bron: pb Rainbow Truck team