“Het heeft niet meegezeten,” constateerde Jan van de Laar aan de finish van de Dakar. “Helemaal niet zelfs. Maar we hebben de finish gehaald en dat is het belangrijkste.” Met de 26ste plaats hadden Jan van de Laar, zijn broertje Ben en monteur Dolf Huijgens het nog helemaal niet onaardig gedaan. “We hebben goede dagen afgewisseld met minder goede,” zei Ben, die blij was dat het knippen en plakken van het roadbook voorlopig niet meer hoeft.
Bepalend voor het verloop van de rally voor het team van Fried van de Laar Racing was een reeks technische problemen. Een lekke band hier of daar kan gebeuren, maar truck #530 stond alles bij elkaar vijf tot zes uur stil op de proeven. “Veel te veel,” vond Ben van de Laar. “Het is goed dat we met Dolf een beroepsmonteur aan boord hadden, anders hadden we de problemen niet zo snel kunnen oplossen.”
Door kapotte turbo’s en lekke banden op precies de verkeerde momenten viel Van de Laar een paar keer ver terug in het veld. Die plaatsen kon hij de dag erna dan wel weer redelijk goedmaken, maar dat kostte veel energie van de bemanning en vergde veel van de DAF. “Het was soms best frustrerend,” keek Ben terug. “Al die geneutraliseerde of afgelaste etappes: daar ben je niet een jaar hard voor aan het werk. En dan alle problemen die we hebben gehad. Dat maakt het er niet bevredigend van. Aan de andere kant: onze Jan heeft super goed gereden. Qua navigatie is het goed gegaan. En zonder Dolf hadden we nog veel langer stil gestaan. Overall is het best zwaar geweest. Als je het zo bekijkt hebben we het nog niet slecht gedaan. Jammer van die verloren uren.”
Hoe het team verder gaat, moet nog eens rustig worden bekeken en besproken. Vader Fried vond het niet gemakkelijk om vanaf de zijlijn toe te kijken. “Maar in de cabine ging het super,” zegt Ben. “We moeten alles eerst maar eens goed evalueren en laten bezinken.”
Bron: pb: Fried van de laar
Foto’s: pb: Fried van de laar