Na een rondje rond de kerk van 64 km in Rio Cuarto is gisteren de Dakar Rally 2017 geëindigd. Tijd om een balans op te maken van de laatste twee weken.
Verwacht: KTM opnieuw winnaar bij de motoren
Het ging al geen sinecure worden om KTM van de zege af te houden, en dat bleek opnieuw. Honda en Yamaha hebben zoals altijd snelle mannen in hun team, maar hoewel beide Japanse merken diverse etappe overwinningen scoorden, wist het Oostenrijkse blok toch weer voor de 16e keer de eindzege te pakken. Onverwacht is echter de winnaar: Sam Sunderland stond bekend als een snelle wildebras die altijd net even teveel risico nam, waardoor hij uitviel in 2015 en in 2016 na een zware val zijn plaats in het team noodgedwongen aan Antoine Meo moest afstaan. Dit jaar heeft hij meer met het hoofd leren rijden en simpelweg de minste fouten gemaakt. In de laatste etappe ging het eigenlijk nergens meer om, zodat Sunderland iets rustiger aan deed en als 6e de korte rit afsloot. Zijn achtervolger Mattias Walkner kwam er ook niet aan te pas en werd 4e.
Voor hen 3 man die wél nog wat wilde bewijzen. Joan Barreda zou zomaar een heel gevaarlijke klant kunnen worden in 2018. De Spanjaard won een paar moeilijke etappes die hij moest openen waar hij normaal altijd op sporen van anderen navigeerde en blijkt zelfs iets bijgeleerd te hebben op dat onderdeel. Een blunder met de logistiek zorgde er echter voor dat de tankinstallatie van het team buiten de officiële zone stond in etappe 4, waardoor ze allemaal tijdstraf opliepen. Adrien van Beveren ontpopte zich dit jaar als kopman aangezien Helder Rodrigues het af liet weten en deed dat prima, ondanks wat navigatiefouten her en der. Hij was nog in een flink duel verwikkeld met Gerard Farres Guell, die op een prive-KTM als buffer diende voor de officiële motoren. De twee gaven elkaar niets toe en uiteindelijk eindigden ze zelfs gelijk bovenaan. Barreda gaf 18 sec toe, Walkner een halve minuut.
De Nederlanders hadden het zwaar dit jaar. Niet eerder zijn er ook zoveel uitgevallen bij de motoren, en er bleven er maar drie over. Bijna waren er dat twee geweest, want op vrijdag de 13e ging Arjan Bos nog hard onderuit en brak zijn sleutelbeen. Het was “gelukkig” de linker volgens Bos, zodat hij tenminste nog verder kon. “Ik ben er echt voorzichtig mee, ik heb als een oud wijf die laatste proef gereden. Ik reed vanmorgen het bivak uit en ineens steekt er een hond over. Zul je net zien, val je door zoiets lulligs nog op de laatste dag.” Bos werd als 94e en drienalaatste geklokt, Robert van Pelt kwam als meest onhandige monteur van het kistklassement toch als vierde binnen in die groep en klokte een 39e tijd in de laatste proef, Maikel Verkade werd 47e. Het kistklassement is gewonnen door de Est Tomas Triista, voor Lyndon Poskitt en Jose Julian Kozac
Eindstand Motoren (plus Nederlanders
1. Sam Sunderland (Gbr) KTM
2. Mattias Walkner (Oos) KTM, op 32m00
3. Gerard Farres Guell (Spa), op 35m40
4. Adrien van Beveren (Fra), op 36m28
5. Joan Barreda (Spa), op 43m08
43. Robert van Pelt, Husqvarna, op 9u13
50. Maikel Verkade, KTM, op 10u39
83. Arjen Bos, Husqvarna, op 19u51
Onverwacht: Rusland’s eerste zege bij de Quads
Rusland heeft bij de trucks een traditie in het winnen van Dakar rally’s die teruggaat tot Viktor Moskovski die in 1996 de eerste overwinning liet optekenen, maar in de andere categorieën was het tot gisteren nog niemand gelukt om meer te pakken dan een etappezege. Dit jaar echter kwam er verandering in. Stiekem vermoed ik dat de broers Patronelli niet vanwege een oninteressant parcours afzegden, maar omdat ze weinig kaas hebben gegeten van navigeren. Vorig jaar nog hadden de twee Argentijnen het ondanks hun superieure snelheid heel moeilijk met semi-amateur Brian Baragwanath en dit jaar werden navigatiemiddelen voor het eerst echt ingeperkt tot kompas en bolletje pijltje route. Het zorgde vooral in de quads soms voor comedy capers als de Zuid Amerikaanse top5 van een vorige etappe de koers moest openen en geen van allen de juiste richting kon vinden, terwijl de Europeanen langzamer door de proef gingen, maar wel veel minder moeite hadden om de juiste koers te vinden. In het slot van de race kwam Sergei Kiriyakin bovendrijven, won drie etappes en zelfs een pechgeval dat hem 20 minuten kostte bracht hem niet uit zijn doen, hij lag op dat moment namelijk een kwartier voor en verloor maar vijf minuten. Toen Ignacio Casale op vrijdag de 13e de aansluiting verloor, hoefde The Man from Uncle alleen nog maar uit te rijden.
De gaucho’s vochten elkaar inderdaad de tent uit om de ritzege. Casale was uiteindelijk de sterkste voor Daniel Domaszevski en Pablo Copetti. Kiriyakin werd als 8e geklokt op 1m33s. Door alle pechgevallen en navigatiefouten kwam Rafal Sonik ondanks een slechte eerste week toch weer bovendrijven, Hedgehog werd uiteindelijk 4e voor debutant Axel Dutrie. De Fransen hebben niet één maar drie mogelijk opvolgers voor Christophe Declerck, want zowel Dutrie als Simon Vitse als de op 6 geëindigde Bruno Da Costa hebben in de strandraces hun opleiding genoten voor ze de Dakar probeerden. Kees Koolen kan ondanks een paar flinke tegenslagen terugkijken op een uitstekende lakmoesproef voor zijn Barren KTM quad. Vaak in de toptien, een mooie etappezege in Oruro en inmiddels een waslijst aan geïnteresseerden die klant van Barren Racing willen worden (o.a. ex Dakar deelnemer Sebastien Husseini die er de UAE Desert Challenge mee wil rijden). In de laatste etappe kwam Koolen als 12e binnen, Bas Nijen Twilhaar was op zijn Can-AM quad 19e in de laatste rit
Eindstand Quads (plus Nederlanders
1. Sergei Kiriyakin (Rus) Yamaha
2. Ignacio Casale (Chl) Yamaha
3. Pablo Copetti (Arg) Yamaha
4. Rafal Sonik (Pol) Yamaha
5. Axel Dutrie (Fra) Yamaha
17. Kees Koolen, Barren KTM, op 19u22
19. Bas Nijen Twilhaar, Can AM, op 27u58
Gevreesde Peugeot hegemonie bevestigd, maar niet zoals verwacht
Bij de auto’s was ik vooraf bang dat Peugeot door de vrijheden die de ASO aan de buggycategorie gaf wel erg makkelijk Dakar zou gaan winnen, maar dat pakte anders uit. Toyota ontwikkelde in rap tempo nog een buggy-versie van zijn Toyota pickup, maar een wijziging in het regelement deed hen toch voor de 4WD versie kiezen, in theorie de meest betrouwbare optie. En juist op betrouwbaarheid gingen de Toyota’s de boot in. Al in de eerste etappe kreeg Al-Attiyah brand aan boord en de ploeg leed een beetje aan het Honda-syndroom: allemaal zijn ze snel en goed genoeg etappes te winnen, maar allemaal rijden ze onnodig schade en verliezen teveel tijd. De enige die daar geen last van had was Erik van Loon, maar als een logistiek medewerker dan de auto’s verkeerd aftankt is dat allemaal mosterd na de maaltijd. De wagens kwamen zonder benzine te staan in etappe 3 en waren kansloos voor het klassment op Nani Roma na.
Peugeot had behalve goede auto’s ook goede navigatoren in zijn ploeg, waardoor in sommige etappes vooral wachten was tot iemand een fout maakte En weer lag de fout dan meestal bij de concurrentie. Mini kon met de nieuwe Xraid niet in de buurt komen, waardoor de vier Peugeots onderling gingen knokken. Helaas liet Carlos Sainz dezelfde trekjes als sommige quadrijders zien met veel snelheid en helaas ook veel risico, waardoor hij al voor de vijfde keer op rij uitvalt. Cyril Despres reed wel uit, maar kon het tempo van zijn kopmannen Sebastien Loeb en Stephane Peterhansel nooit echt volgen. Ook in de laatste rit nog gaven de twee streekgenoten weinig toe: Loeb (Hagenau) klopte Peterhansel (Vesoul) met 18 tellen. Giniel de Villiers voorkwam een nieuw 1-2-3 tje door derde te worden op 30 tellen. De Zuid-Afrikaan haalde na de brandstofproblemen die hem het klassement kostten toch nog een vijfde plaats en haalde voor het vijfde achtereenvolgende jaar de finish
Hoe perspectieven per categorie kunnen verschillen bewijst Erik van Loon. De man uit Eersel kwam niet aan de finish met het idee een zware rally te hebben, hij had daarvoor graag meer woestijn gezien (en waarschijnlijk ook minder afkortingen en neutralisaties). De laatste rit leverde hem een zesde tijd op, net 2 tellen achter Conrad Rautenbach. Tom Colsoul sloot de rit als 12e af, Maik Willems werd 28e, Tim en Tom 42e en 50e en Bert Heskes kwam als 50e binnen. Daarmee is het Tim en Tom dan toch gelukt. Beide auto’s aan de streep, al lijkt Tom wel een record verbroken in het te land ter zee en in de lucht onderdeel sleeptouwracen. Wat meer op eigen kracht onderweg was het team van Wevers Sport. WRC2 rijder Nicolas Fuchs kocht een HRX Ford plus service van het team en de Peruviaan kwam als 12e aan de finish in Buenos Aires.
Eindstand auto’s (plus Nederlanders en Belgen)
1. Stephane Peterhansel (Fra) Peugeot
2. Sebastien Loeb (Fra) Peugeot, op 5m13
3. Cyril Despres (Fra) Peugeot, op 33m28
4. Nani Roma (Spa) Toyota, op 1u16
5. Giniel de Villiers (ZAf) Toyota, 1m49
7. Tom Colsoul (Bel) Mini, op 4u14
14. Erik van Loon, Toyota, op 6u05
26. Maik Willems, Toyota, op 14u55
43. Tim Coronel, Suzuki, op 45u02
46. Bert Heskes, Desert Warrior, op 50u53
54. Tom Coronel, Suzuki, op 63u44
Gevreesd: Kamaz pakt de titel terug van de Rooy.
Al twee jaar lang probeert Kamaz hun Torpedo versie van de 4326 truck goedgekeurd te krijgen voor rally raids. Je vraagt je eigenlijk af waarom. De drie jaar oude 4326 Liebherr truck is niet stuk te krijgen, geen motorpech, geen bakproblemen, geen veringproblemen (Nederlandsche waar gekocht bij Reiger) en wint de Silkway rally en de Dakar rally. Het geluk zat bovendien bij de Russen dit jaar, want de enige klapband komt net ná een proef terwijl Gerard de Rooy in dezelfde rit drie keer lek rijdt. Eduard Nikolaev finishte gisteren in stijl: de Rus won de laatste sprint voor Ayrat Mardeev en Sergei Viazovich. Op vier nog een heel boze Peter Versluis (er zit flink wat woede bij MAN dit jaar), want na een rampzalige vrijdag de 13e waarin bij alles kapot ging wilde de man uit Werkendam nog een keer voor de winst gaan. Helaas had Martin Macik een ander idee, de Tsjech bleef 64 km in de weg rijden en ging nog een beetje staan uitdagen ook na de finish, waardoor Versluis, die een vierde tijd klokte, éven tegengehouden moest worden, anders hadden we NASCAR toestanden gehad.
Gerard de Rooy deed het rustig aan de laatste rit, Federico Villagra werd beste Iveco als vijfde, De Rooy kwam zelf als achtste over de streep. Ook Wuf van Ginkel haalde de top10 als 10e voor Ton van Genugten en Hans Stacey, die ondanks zijn problemen met de organisatie de race toch uitreed als 9e algemeen. Of hij er volgend jaar bij is, is nog onduidelijk. Ook de Renaults hebben na een zware 11e etappe de finish in Buenos Aires toch nog gehaald. Benieuwd wat Martin vd Brink volgend jaar doet, want dit was het laatste jaar van het plan dat hij met Mario Kress Racing had opgesteld. Van de Scania’s haalt er een op zijn tandvlees de finish, Maurik vd Heuvel had zich van tevoren niet kunnen indenken zo blij te zijn met een 27e plaats. Wie ook de finish hebben gehaald: de Brandweermannen in de 546 Daf. Richard de Groot, Jan Hulsebosch en Gerard Beelen losten steeds hun eigen sores op, werden bijna in elke finishplaats begroet door hun collega’s van de plaatselijke brandweer en zelfs de zwaailicht en sirenes kwamen nog goed van pas als een slome jeep niet op de sentinel reageerde (zie de facebook link). De DAF is als 34e geklasseerd in Buenos Aires, één plaats hoger dan Vd Brink. De trucks hebben dit jaar vwb de Nederlanders de minste uitvallers: slechts 3 crews moesten voortijdig opgeven (Gert Huzink, Gerrit van Werven en Vick Versteijnen)
Eindstand truck (plus Nederlanders)
1. Eduard Nikolaev (Rus) Kamaz
2. Dimitri Sotnikov (Rus) Kamaz, op 18m58
3. Gerard de Rooy, Iveco, op 41m19
4. Federico Villagra (Arg), op 1u00
5. Ayrat Mardeev (Rus), op 2u26
9. Hans Stacey, MAN, op 3u44
11. Peter Versluis, MAN, op 4u55
12. Jos Smink, Ginaf, op 5u09
16. Ton van Genugten, Iveco, op 6u58
17. Wuf van Ginkel, Iveco, op 8u19
18. Frank Tilburgs, Daf, op 9u06
20. Pascal de Baar, Renault, op 11u47
25. Aad van Velsen, Ginaf, op 16u28
27. Maurik vd Heuvel, Scania, op 22u53
30. William de Groot, Daf, op 27u11
33. Jan vd Laar, Daf, 29u04
34. Richard de Groot, Daf, op 30u00
35. Martin vd Brink, Renault, op 32u41
38. Ed Wigman, Ginaf, op 41u20
2017: Het jaar waarin fouten de toon bepaalden
Dit jaar was één belangrijke koerswijziging er debet aan dat de race tot ver in de koers spannend bleef. De navigatie werd zodanig veel moeilijker dat pure snelheid vaak niet genoeg bleek om fouten te herstellen, waardoor klassementswisselingen plots regel werden en geen uitzondering. Soms leidde het ook tot chaos en komische beelden van kriskras door elkaar rijdende voertuigen, maar helaas ook tot een ongeluk toen Peterhansel en een motorrijder elkaar onverwacht tegenkwamen. In de eerste week leek het goed te gaan qua parcoursuitzet: tot aan Bolivia werden alle ritten afgemaakt. In Bolivia zelf gooide het weer helaas de boel overhoop, waardoor de hoogvlakte die normaal hard droog en snel is veranderde in een heel nieuw meer. De ASO moet misschien toch eens nadenken of het niet slim is om een paar maanden op te schuiven zodat het minder regenachtig is. Een andere mogelijkheid is natuurlijk proberen de onderhandelingen met Chili weer vlot te trekken: Iquique en Copiapo leveren altijd prachtige beelden op.
De organisatie zelf is helaas nog steeds ondoorgrondelijk. Hans Stacey’s avonturen met onwillige starters zijn al uitgebreid belicht, maar ook Maik Willems kreeg bijna straftijd omdat hij een omgevallen ambulance had geholpen daardoor 15 minuten te laat bij een checkpoint was. Ook Yazid Al-Rahji moet nog even wachten of zijn klassering officieel wordt na dat hij eigenlijk al halverwege uit koers was genomen wegens teveel gemiste WP’s, maar eigenlijk naar de escape road zocht om juist legitiem de etappe over de assistentieroute te rijden. Over de meeste snelheids en tankstop-overtredingen hoeft niet gediscussieerd te worden, maar het blijft gek dat als de Toyota’s zonder benzine komen te staan door een fout ze na de herbevoorrading toch nog tijdstraf krijgen voor die ongeplande tankstop.
Ook voor 2018 liggen er problemen. De ASO heeft besloten om het motorregelement voor de trucks op de schop te gaan nemen, waardoor er minimaal twee trucks in een groot team (Kamaz, MAN, Iveco) een 13 liter motor moeten hebben. Kamaz heeft naar eigen zeggen flink te lijden onder de economische malaise en kan niet aan de eisen van de ASO voldoen, waardoor het op dit moment nog maar de vraag is of Nikolaev volgend jaar zijn titel kan verdedigen. Voor de rally zei CEO Sergei Kogogin nog “We zullen niet stoppen met races rijden, we zullen aan allerlei rally’s meedoen, maar misschien niet in de Dakar. Als het in Afrika veilig genoeg is rijden we daar ook weer.” En dat deden de Russen inderdaad, want gisteren won Andre Karginov in de Africa Eco Race het truckklassement in een gas-aangedreven Kamaz. De ASO heeft zich dus aardig wat huiswerk bezorgd voor de komende jaren. We verheugen ons alvast op de uitkomsten.